elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: lancaster

lancaster , lankaster , [zelfstandig naamwoord] , lancaster, gordijnstof.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
lancaster , lancaster , bijvoeglijk naamwoord , (Zuidwest-Drenthe, zuid) = lancaster, van dicht geweven katoenen stof Lancaster gerdien (Ruw)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
lancaster , lancaster , zware gordijnstof voor overgordijnen; lancastergerdien, rolgordijn.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal