elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: kostel

kostel , kossel , (Laurm.) = kostelijk. Weil.: kostel, zooveel als: kostelijk, wordt nog in Groningen en Gelderland gebruikt, waar men het: kossel uitspreekt. Kil. kostel (vet.), Holl. kostelijk.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
kostel , kozzel , [bijvoeglijk naamwoord] , kostelijk; duur. || kòstelk , sterk verouderend
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
kostel , keustel , kostbaar, duur (W.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
kostel , kustel , kostbaar, duur, kostelijk, prachtig (W.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal