elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: komijnekaas

komijnekaas , keméjnekéês , kenéjnekéês, geméêne kéês , mannelijk , komijnekaas; kenéjnekéês verbastering van komijnekaas; geméêne kéês verbastering in kindertaal vanwege de sterke smaak?
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
komijnekaas , gemèène kèès , zelfstandig naamwoord , verbastering van komijnekaas, waarschijnlijk vanwege de sterke smaak.
Bron: Naaijkens, J. (1992), Dè’s Biks – Verklarende Dialectwoordenlijst, Hilvarenbeek
komijnekaas , kemijnekaes , zelfstandig naamwoord , kemijnekaeze , kemijnekaesie , komijnenkaas Omdat kemijnekaes verdêêleg was met ’t rapse zeeje ze d’r ôk wel femiliekaes teege Omdat komijnenkaas voordelig was bij het raspen zei men er ook wel familiekaas tegen Zie ook femiliekaes
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
komijnekaas , kemuniekies , zelfstandig naamwoord, mannelijk , kemuniekieze , kemuniekieske , komijnekaas , VB: kemuniekies hèt bitter zëudsjes ién, de èine vênt dat lekker, d'n aandere sjpyt devan.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
komijnekaas , kemiendekejs , komijnekaas (W.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
komijnekaas , komijnekaas , hij denk dâ de luch van komijnekaas is! hij denkt dat alles zo gemakkelijk gaat
Bron: Grauw, Sibrand de en Gerard Gast (2014), ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes, Asaprint Uitgeverij, Dordrecht.
komijnekaas , kermèènekèès , zelfstandig naamwoord , komijnekaas, pitjeskèès, gemèènekèès; gemèènekèès; Henk van Rijen - komijnekaas; Cees Robben (19680405); Henk van Rijen –  ook 'pitjeskèès'; Stadsnieuws - Enen botram meej gemèènekèès, dè waar pas fist. (140310); Òf brôojkes meej gemèène kèès èn uikes. (Ed Schilders; Wè zeetie?; Website Brabants Dagblad Tilburg Plus; 2009); WBD III.2.3:147 'gemene kaas' = komijnekaas; Jan Naaijkens - Dè's Biks (1992) - 'gemèène kèès zelfstandig naamwoord  - verbastering van komijnekaas
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal