elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: kleedwagen

kleedwagen , klédwagen , Wagen met een wit kleed bedekt, huifwagen. De boeren uit den omtrek komen Vrijdags gewoonlijk met zulk een voertuig naar stad.
Bron: Draaijer, W. (1896). Woordenboekje van het Deventersch Dialect. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff
kleedwagen , [huifkar] , klédwagen , Wagen met een wit kleed bedekt, huifwagen. De boeren uit den omtrek kwamen Vrijdags gewoonlijk met zulk een voertuig naar stad.
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
kleedwagen , kleedwage , vrouwelijk , kleedwagens , boerenwagen met witte huif
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
kleedwagen , klaidwoagen , [zelfstandig naamwoord] , de wagen die naar ‘t land rijdt met het grote dagklaid er op voor ‘t zoaddorsen.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
kleedwagen , kleedwaage , zelfstandig naamwoord , boerenwagen met huif
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
kleedwagen , kleedwaegen , boerenwagen met een wit kleed als overkapping.
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
kleedwagen , kleedwaeng , boerenwagen overspannen met wit linnen doek.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
kleedwagen , kliedwagen , kliedewagen , 0 , (Zuid-Drenthe). Ook kliedewagen (Zuidoost-Drents zandgebied) = eenvoudige huifwagen zonder veren ’n Kliedwagen was een gewone boerenwagen met beugels en een linnen kap. De mieste boeren hadden ze. Zij wuurden broekt veur bruulfte en met biggen naor de mark te doen en bezuken ofleggen (Scho), zie ook hobbelwagen
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
kleedwagen , kleedwägen , (Gunninks woordenlijst van 1908) huifwagen
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
kleedwagen , kleedwaagn , huifkar.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
kleedwagen , kliedwaegen , kleedwaegen , zelfstandig naamwoord , de; huifkar: boerenwagen met huif; zonder vering, soms gebruikt als men op visite ging; als eenvoudigste rijtuig beschouwd
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
kleedwagen , [soort huifkar] , kleedwagen , kleedkaore , soort huifkar, met witte bekleding, gebruikt bij bruiloft en begrafenis (maar niet als lijkwagen).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal