elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: kippennest

kippennest , kippennöst , (Gunninks woordenlijst van 1908) kippennest
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
kippennest , kiepenust , zelfstandig naamwoord , et; nest van een kip
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
kippennest , [ondiepe kuil] , kiepenest , 1. ondiepe kuil in de weg (Putten); 2. boerderijtje van een boer zonder paard (W.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal