elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: jouw

jouw , jou , Uw.
Bron: J.A.V.H. (18e eeuw), Haagsch Nederduitsch woorden-boekje. Den Haag: Johannes Mensert. Uitgegeven in: Kloeke, G.G. (1938), ‘Haagsche Volkstaal uit de Achttiende eeuw’, in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 57, 15-56.
jouw , jemmes , jimmes , u, uws, het uwe, end: de uwen. Zie ook: jem.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
jouw , jemme , jimme , uw, uwe, uwen. Zie ook: jem.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
jouw , joun , [voornaamwoord] , joen. Ook: ‘t is jounent. , (Stad)
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
jouw , jouwes , bezittelijk voornaamwoord , Het, de jouwe. | Dat is jouwes. Meervoud jouwes, jouwens | Dat benne jouwe(n)s.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
jouw , je , joe, joen, jouw, jo, jun , bezittelijk voornaamwoord , van de tweede pers. enk. en mv. (Zuidoost-Drents zandgebied, Midden-Drenthe). Ook joe (Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe, noord), joen (Zuidoost-Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe, noord), jouw (Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Midden-Drenthe), jo (Zuidoost-Drents zandgebied), jun (Zuidoost-Drents zandgebied) = jouw, jullie Ai mouten het waiten, het is jouw hoes (Eev), Is het je pet wal, die daor op de kapstok hangt? (Wed), Hebt jo volk ok bericht kregen? (Sti), Het is joen beurt (Klv)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
jouw , juddend , juddende, judde, jodde, junde, jouwend, joente, jo , bezittelijk voornaamwoord, zelfstandig , (Zuidoost-Drents zandgebied, Midden-Drenthe). Ook juddende, judde (Zuidoost-Drents zandgebied, dva), jodde (dva), junde (Midden-Drenthe), jouwend (Midden-Drenthe, Kop van Drenthe), joente (Zuidoost-Drents veengebied, Zuidwest-Drenthe, noord), joenend (Veenkoloniën, Kop van Drenthe), joenende (Zuidwest-Drenthe, noord, Zuidoost-Drents veengebied) = die van jou, jullie of u ’t Joente niet mar die ziende (Eri), Ik heb dissende liever dan juddende (Hoh)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
jouw , [bezittelijk voornaamwoord bij 'jij'] , ow , jouw.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
jouw , ouwe , bijwoord , spr: ’T zal onderaand wèl ouwe dèènk? Zo is ’t wel ruim voldoende, vind je zelf ook niet? spr: ’T zal d’r om ouwe. Het zal niet veel schelen. spr: Ouw ’t ’r mar op in! Houd er maar rekening mee!
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
jouw , jow , joen, joe , bezittelijk voornaamwoord , jouw of uw
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
jouw , oew , je, jouw , Trékt oew schoewn èn, dan gòn we. Trek je schoenen aan, dan gaan we.
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
jouw , oe , oew , bezittelijk voornaamwoord , jouw, uw (O.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
jouw , aw , voornaamwoord , jouw (Helmond en Peelland)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal