elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: huurjager

huurjager , [huurkoetsier] , hü̂rjager , Huurkoetsier.
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
huurjager , hüürjääger , mannelijk , huurkoetsier
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
huurjager , huurjager , 0 , (N:be) = huurkoetsier
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
huurjager , huurjaeger , stalhouder. In alle steedn en dârpm waern vrogger huurjaegers.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
huurjager , huurjaeger , zelfstandig naamwoord , de; huisjesmelker
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
huurjager , huurjager , stalhouder.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal