Woord: hot en haar
hot en haar , hot en her , ,
, heen en weer, her en derwaarts. Bron: Overdiep, G.S. (1949), Woordenboek van de Volkstaal van Katwijk aan Zee, Antwerpen |
hot en haar , hot en haar
, Dat is herwaards en derwaards. De boer agter den ploeg, zijne paarden zo wel met de stem als den toom bestierende, roept hot als dezelve regts, en haar als zij lings zullen wenden. In Twenthe gebruiken ze in plaats van hot sti. [Haar zal zoo veel zijn als hierheen, naar den voerman toe; wat stie en hot zij weet ik niet; hot zegt in Twente ook zoo veel als vord, gaat aan; de ene wil hot en de andere haar = zij zijn niet eensgezind.] Bron: Dumbar, G., H. Scholten en J.A. de Vos van Steenwijk Vollenhove (1952), Het Dumbar Handschrift – Idioticon van het Overijsels in het einde der achttiende eeuw, uitgegeven door H.L. Bezoen, Deventer |
hot en haar , hot en haar
, heen en weer; rechts en links. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
hot en haar , [door elkaar] , hot en haor
, door elkaar (Oldebroek, Wezep). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |