elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: hoornaar

hoornaar , hoerèik , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , hoerèike , - , hoornaar , (grote wesp) hoerèik VB: Vreuger zaagte de lûi: 'Ziëve hoerèike sjtëke e përd kepot'
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
hoornaar , heurem , heurntien, heurntjen, heurntien, heurntjen, hoorn, , hoornaar (vespa crabro).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal