elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: hondenbloem

hondenbloem , [plant] , hondeblôme , vrouwelijk , hondeblômen , taraxacum officinale, paardebloem, molsla.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
hondenbloem , hondĕblom , paardebloem.
Bron: Ebbinge Wubben, C.H. (1907), ‘Staphorster Woordenlijst’, in: Driemaandelijkse Bladen 6, 61-94
hondenbloem , hondebloemen , Dens leonis. Paarden kankerbloem.
Bron: Dumbar, G., H. Scholten en J.A. de Vos van Steenwijk Vollenhove (1952), Het Dumbar Handschrift – Idioticon van het Overijsels in het einde der achttiende eeuw, uitgegeven door H.L. Bezoen, Deventer
hondenbloem , hondebloum , honnebloum , [zelfstandig naamwoord] , paardebloem. De bladen heten ontong, d.i. hondtong als konijnevoer; Hogeland diezel. De loade honnebloum is de perebloum. || perebloum
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
hondenbloem , hondebloume , honnebloume , paardebloem
Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman
hondenbloem , hondeblome , hondebloom , paardebloem.
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
hondenbloem , hondebloem , honnebloem , paardebloem.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
hondenbloem , hondebloem , hondentong, hondtong, hontong, ontong, hondeloof, , 0 , Ook hondentong, hondtong of hontong, ontong (Zuidwest-Drenthe, noord, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe), hondeloof (Zuidwest-Drenthe, noord), hondekop (Midden-Drenthe), hontong = paardebloem, Taraxacum officinale Web. IJ moet hondtong plukken veur je knienen (Eex), Aj wat wilt doen stikt dan de hondebloemen maar uut ’t grös (Ruw), ‘Er werden kransjes gevlochten van de bloemen, de steeltjes kon je rijgen. Die werden ook als blaaspijpjes gebruikt. Het blad werd gegeten als geneesmiddel bij aandoeningen van de urinewegen’ (Dwi)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
hondenbloem , ondebloeme , zie peerdebloeme
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
hondenbloem , hondebloeme , paardebloem.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
hondenbloem , [paardenbloem] , hondebloem , hondebloeme, hondsbloem, hondskont, hondepolle, ho , paardenbloem (taraxacum officinale); hoendskoent Hoevelaken).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal