Woord: hermelijn
hermelijn , hêrmken
, wezel. Verward met den mus Armenius, Fr. hermine. In Reineke de Voss heet de geitenbok hermen en het wijfje van den vos frouwe Armeline. A. S. hara, haas. Alles eig. harige dieren. Theot. harmo. Bron: Halbertsma, J.H. (1835), ‘Woordenboekje van het Overijselsch’, in: Overijsselsche Almanak voor Oudheid en Letteren 1836, Deventer: J. de Lange. |
hermelijn , hermken , hermeltjen , onzijdig
, wezel en hermelijn. Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak |
hermelijn , harmeltjen
, Hermelijntje. Bron: Draaijer, W. (1896). Woordenboekje van het Deventersch Dialect. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff |
hermelijn , harmeltjen
, Hermelijntje. Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer. |
hermelijn , häämtien , onzijdig
, wezel Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
hermelijn , hùermken , zelfstandig naamwoord
, wezel Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl. |
hermelijn , hermke , zelfstandig naamwoord
, Verouderde variant van hermelijn. Vgl. Fries hermke. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
hermelijn , harremantje , zelfstandig naamwoord
, Verouderd voor: hermelijntje. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
hermelijn , hermelien , mannelijk
, hermeliene , hermelienke , hermelijn. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
hermelijn , härmeltien
, hermelijn. Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst. |
hermelijn , hermelties , härmelties
, hermelijntjes. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
hermelijn , hermelien , hermelijn, hermelijk, herrempien, harmeltien, harr , 0
, hermelienen , (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, Veenkoloniën). Ook hermelijn (Zuidwest-Drenthe, noord, Midden-Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drents zandgebied), hermelijk (Zuidoost-Drents zandgebied), herrempien (N:Zuidwest-Drenthe), harmeltien (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, zuid), harrempien (Zuidwest-Drenthe, zuid, veroud.) = 1. hermelijn, Mustella erminea aestiva Een hermelien hermelijk is s winters wit en zommers broen (Sle), Under de paosbult zat een harmeltien met jongen (Pdh), Een harmeltien hef een zwarte punt an de steert en is ’s winters wit (Coe) 2. wezel, Mustella nivalis (Zuidoost-Drents zandgebied) Een wezel en een harmeltien is hier het zölde (Scho) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
hermelijn , ärmelinggien
, armetierig kind Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
hermelijn , ärmelink
, wezel Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
hermelijn , hârmpien
, hermelijn. ’t Hârmpien had in ’t kippmhok ezèètn. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
hermelijn , haerpie
, hermelijn. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
hermelijn , aarmpien , aerpie, hermpien
, hermelijn; ärpien(O.-Veluwe). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
hermelijn , ärmelienter , armeling, ärmelingien
, 1. wezel; 2. hermelijn. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
hermelijn , harmelien , harmeliene, harmelijn, harmeling, harmeltjen, harm
, hermelijn. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |