elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: hemdslip

hemdslip , hemdslippe , zelfstandig naamwoord , 1 hemdslip, 2 wilde wingerd
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
hemdslip , humpsjlup , mannelijk , humpsjluppe , humpsjlupke , hemdslip. Loup niet zoo in dienen humpsjlup rónjt: ga je eerst behoorlijk kleden.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
hemdslip , hemslup , hâmpelmân.
Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst.
hemdslip , [vel op gekookte melk] , hempslippe , vel op gekookte melk.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
hemdslip , hemslip , zelfstandig naamwoord , hemd (Eindhoven en Kempenland)
Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren
hemdslip , humpslup , zelfstandig naamwoord , humpsluppe , humpslupke , slip aan een (over)hemd
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
hemdslip , hûmmeslup , zelfstandig naamwoord, mannelijk , hûmmesluppe , hûmmeslupke , hemd
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
hemdslip , hempslup , hemdslip
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal