elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: heenkomen

heenkomen , [bejaard] , henkomen , bijvoeglijk naamwoord , bejaard; ook Gron.; Oostfr. henkamen.
Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift
heenkomen , henkomen , (werkwoord) = een dienst krijgen; woar is hij henkomen? woar komt hij hen? = bij wien heeft hij zich verhuurd? woar komt hij weer hen? = bij wien komt hij ’t volgende jaar (Mei) in dienst? – Wordt ook van ambtenaren, predikanten, enz. gezegd, en zooveel als: welke standplaats krijgt hij?
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
heenkomen , henkomen , (zelfstandig naamwoord) = lot, leven; wa’s dat ’n henkomen = wat is dat een treurig lot voor die menschen, zij moeten zich zeer behelpen, honger lijden, enz. (v. Dale: een heenkomen zoeken = vluchten.)
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
heenkomen , hìnkomen , [werkwoord] , 1 heenkomen. Hai is nòg oareg wied hìnkomen = hij heeft het nog ver gebracht. Woar is e hìnkomen? = waar is hij geplaatst?; 2 ouder worden. Wie komen al n beetje hìn mit de joaren. Vandaar: n hìnkomen man = bedaagd. Kinder komen al n mooi stokje hìn = zijn al haast volwassen.; 3 vorderen. Wie komen n hail ìnne hìn = wij vorderen al mooi.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
heenkomen , hìnkomen , zelfstandig naamwoord onzijdig , 1 heenkomen, lot. Wat het dat stumper n benaauwd hìnkomen!; 2 onderdak. Zai het vannacht gain hìnkomen meer.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
heenkomen , henkomm , zelfstandig naamwoord, onzijdig , henkomms , heenkomen
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
heenkomen , hinkomme , komen van hinkomme van afstamming.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
heenkomen , henkommen , 0 , henkommens , heenkomen, onderkomen Die man die zwarft altied die hef gien henkommen (Klv), Gelokkig hef hij aaltied nog henkomen bij de kiender (Ruw), Hij hef een goed henkomen ezöcht veilige plek (Wsv)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
heenkomen , henkommen , sterk werkwoord, onovergankelijk , zover komen Het is non al zo wied henkommen zie wordt non niet weer goed met mekaar (Sle), Zul hij al tachtig jaor wezen Nou hij zal wel een hiel ende henkomen (Ruw), Het is deur de kiepen hen ekomen daardoor is de ruzie ontstaan (N:Zuidwest-Drenthe)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
heenkomen , heenkomen , daor komme wij nie van hin, dat ligt niet in onze aard.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
heenkomen , hennekommen , werkwoord , 1. te bestemder plekke komen 2. neerkomen, neervallen
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
heenkomen , hennekommen , hinnekommen , zelfstandig naamwoord , et 1. heenkomen, onderkomen 2. moeilijke toestand
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
heenkomen , heenkomme , werkwoord , kom heen, kwam heen, heengekomme , langskomen Ze mosse hier de weg heenkomme Ze moesten langs deze weg komen
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
heenkomen , [tehuis] , heerkommen , tehuis, toevlucht (O.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal