elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: hangdeken

hangdeken , [dak van stro] , hangdeken , hangdaeken , dak van (meestal) stro, dat gewoon naar beneden hangt, dit in tegenstelling tot een * stompe deken.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal