Woord: gruttenmeel
gruttenmeel , gruttenmeel , grittenmeel, gruttemeel, grutmeel
, (Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, zuid, Midden-Drenthe, veroud). Ook grittenmeel (Zuid-Drenthe, Midden-Drenthe), gruttemeel (Zuidwest-Drenthe, zuid), grutmeel (Kop van Drenthe) = gruttenmeel De lekkerste pankoeken bak ie van gruttenmaal (Noo) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
gruttenmeel , [soort meel] , gruttenmaal , zelfstandig naamwoord
, gruttenmeel (mengsel van boekweit en haver). Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
gruttenmeel , [boekweitmeel] , gruttenmeel
, boekweitmeel. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |