Woord: goedemorgen
|
goedemorgen , gemorgen , goejen morgen
, Goeden Morgen. Bron: J.A.V.H. (18e eeuw), Haagsch Nederduitsch woorden-boekje. Den Haag: Johannes Mensert. Uitgegeven in: Kloeke, G.G. (1938), ‘Haagsche Volkstaal uit de Achttiende eeuw’, in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 57, 15-56. |
|
goedemorgen , gemergen
, voor goeden morgen. Zie genacht en dergelijke. Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk. |
|
goedemorgen , gounmörgen , gounmör’n, gommörgen, g’nmörgen, gommör’n, gemörge
, goeden morgen! Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
|
goedemorgen , goumörgen , goumörn , [tussenwerpsel]
, goeie morgen. Zie goundag. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
|
goedemorgen , goeiemèrrige
, goede morgen. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
|
goedemorgen , gemurgen
, groet: goede morgen. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
|
goedemorgen , goddemörge
, goedenmorgen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
|
goedemorgen , goeiemörgen , goeienmörgen, gemorn
, Ook goeienmörgen (Zuidwest-Drenthe, zuid). Var. als bij goed, ook uitgespr. als gemorn (Zuidwest-Drenthe, zuid) = goedemorgen *Goeiemorgen, Van der Zorgen / Goeiedag, Van der Vlag / Dat was net de slag (Eex) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
|
goedemorgen , gemèèrrege
, goedemorgen. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
|
goedemorgen , goeje mèrrege
, goedemorgen Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
|
goedemorgen , goeiemörgen , goeiemörn, mörn , tussenwerpsel
, goedemorgen. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
|
goedemorgen , gemaarge
, 1. goedemorgen; 2. uitroep: ’t mocht wat! (W.-Veluwe). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
|
goedemorgen , gojemörge , mannelijk
, goedemorgen Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |