Woord: giebel
giebel , giebel , zelfstandig naamwoord
, Giechelend, aanstellerig lachend meisje. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
giebel , [lachebek] , giebel
, lachebek. Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst. |
giebel , giebel , 0
, giebels , 1. voortdurend giechelend vrouwspersoon Het is een echte giebel, ze kan overal wel om giebelen (Nam), Wat een giebel is dat toch, het kan niet weer opholden (Oos), zie ook giechel 2. overspannen toestand (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe) Hij is er raar op de giebel ekomen is ermee te pas gekomen (Uff), Hij is op de giebel (Pes), ...raar an de giebel in de war (Hgv) 3. (Zuidwest-Drenthe, zuid), in Hij is op de giebel er vandoor (Hgv) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
giebel , giebel
, giechelaar. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
giebel , giebe , giebel , zelfstandig naamwoord
, de; 1. bevlieging 2. rare, gekke streek 3. lichte ziekte 4. bep. tol 5. steeds giechelend, gniffelend meisje, of: meisje dat altijd bij pad en weg is 6. in op ’e giebe(l) onderweg, ook: giechelend vreemd (doend) Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
giebel , giebel
, lachertje, geintje (Apeldoorn). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
giebel , giebel , zelfstandig naamwoord
, meisje dat veel giechelt (Land van Cuijk) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
giebel , gieber , zelfstandig naamwoord
, meisje dat altijd de slappe lach heeft; R Dès me tòch en gieber; A.P. de Bont – zelfstandig naamwoord vr. 'giebelkont' - vrouw of meisje die (dat) graag giebelt; ook 'giebelmuts' Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |