elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: grietje

Grietje , Graitje , [eigennaam] , Grietje. Scheldversje: Graitje, Graitje grol, Moak mie de kòp nait dol. Anders: Graitje, Graitje Globbegat, Het vannacht n vrijer had, Het ter bie op bèrre legen, Het hom n dikke smok geven. Grode Graitje! uitroep van verbazing. Ook: Laive Graitjemui!
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
grietje , [brandewijn] , grietje , brandewijn.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal