elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: flotsig

flotsig , flotseg , [bijvoeglijk naamwoord] , slap hangend; zie flort. Zien vel was zo flotseg.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
flotsig , [slap] , flotsig , flossig , slap (van bloemen) (O.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal