Woord: doordenken
doordenken , deurdenken
, zie: omdenken . Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
doordenken , deurdinken , [werkwoord]
, 1 doordenken.; 2 denken om een ander. Kinder zit nòg gain deurdìnken in. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
doordenken , deurdenken , sterk werkwoord, overgankelijk
, doordenken Ie meut eerst beter deurdenken, veurdaj antwoord geeft (Bov) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
doordenken , deurdaenken , werkwoord
, doordenken, overwegen, vooral als volt. deelw., bijv. Hadden ze et allegeer wel goed deurdocht? Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
doordenken , deurdaenken , werkwoord
, 1. doordenken: doorgaan met denken 2. dieper gaan nadenken Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
doordenken , [doordenken] , deurdenken
, nadenken. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |