Woord: cultivator
cultivator , cultivator , kultivoater , [zelfstandig naamwoord]
, een modern landbouwwerktuig voor ‘t losmaken van de grond met een aantal messen, voor ‘t omwoelen van stoppelvelden en ‘t loswerken van wortelonkruiden, voor ‘t onderwelken van gezaaid koren. ‘t Woord wordt noa, op zijn Holl. uitgesproken, doch ook wel als kultivoater en ook hoort men het ww. kultivoatern. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
cultivator , kullefaoter , cullefaoter, cultefaoter , mannelijk
, cultivator. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
cultivator , kultievaater
, cultivator op wielen. Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo. |
cultivator , kullivator , kulivater, kullevater, kultivaoter, kullivator, ku , 0
, kullivators , (Zuidoost-Drents zandgebied, Noord-Drenthe). Ook kulivater (Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, noord, Noord-Drenthe), kullevater (Zuidwest-Drenthe, zuid), kultivaoter (Kop van Drenthe), kullivator (Zuidwest-Drenthe, zuid), kullievater (Midden-Drenthe). Ook vormen met c = cultivator De boer döt zien kulievator aachter de wupkaar an en even laoter geeit e op pad hen ’t laand (Eex) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
cultivator , kultievator , kulevater, kulievater, kuultievator, kultievater , zelfstandig naamwoord
, de; cultivator Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
cultivator , cultiefâter
, cultivator, schoffelploeg Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen |
cultivator , kulefaoter
, cultivator, landbouwwerktuig om de grond te egaliseren en fijn te maken. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
cultivator , kullefaater , zelfstandig naamwoord
, cultivator (Land van Cuijk) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
cultivator , kallevater , kullevater, kallewater , zelfstandig naamwoord, mannelijk
, kallevaters/kallewaters , tweede vorm Nederweerts, Ospels; derde vorm Ospels; cultivator Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |