Woord: bronzen
bronzen , bronzen , [bijvoeglijk naamwoord]
, een bronskleur geven. || Gebronsde Laiw Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
bronzen , bronzen
, slapen: nog lekker effe bronze Bron: Spek, J. van der (1981), Zoetermeers woordenboek, Zoetermeer. |
bronzen , brónse
, brónsde, haet of is gebróns , met bronsverf behandelen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
bronzen , brónze
, bronzen, van brons. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
bronzen , bronzen , bijvoeglijk naamwoord
, van brons In het museum lig de bronzen dolk van Barger Oosterveld (Bov) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
bronzen , broonzen , werkwoord
, opbronzen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
bronzen , broonzen , bijvoeglijk naamwoord
, 1. van brons 2. met bronskleur Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
bronzen , [burlen] , bronzen
, burlen, het bronstig loeien van herten (W.-Veluwe). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
bronzen , [van brons] , brónze
, brónstj, brónsdje, gebrónsdj , bronzen, met bronsverf behandelen Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
bronzen , bronzen
, slapen Bron: Oudenaarden, Jan (2015), Wat zeggie? Azzie val dan leggie! Aspecten van het dialect van Rotterdam, Rotterdam. |