elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: boksen

boksen , boksen , ’n boksen nemmen, een feest bij de boeren vóór de eigenlijke bruiloft, men brengt dan wat bijeen en vereenigt zich om te eten, te drinken en te dansen.
Bron: Ballot, A. (1870), Eigenaardigheden van het Twentsche dialect, uitgegeven in 1968, Hengelo.
boksen , [picknicken] , boksen , en boksen nemen, een pic nic, dat aan de eigenlijke bruiloft vooraf gaat. Vandaar boksenbier, maal bij die belegenheid.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
boksen , boksen , zwak werkwoord , (Dev.) wegnemen, stelen.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
boksen , boksen , Stilletjes wegnemen, afkapen. òfboksen. D(i)iee pîpe hei ebokst, hei mîn òfebokst. Vgl. kitsen, ratsen, kaaien. Oost-Fr. buksen, heimlich wegnehmen.
Bron: Draaijer, W. (1896). Woordenboekje van het Deventersch Dialect. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff
boksen , boksen , buksen , zwak werkwoord, intransitief , Vuistvechten. Zie de wdbb. || Willen we buksen?
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
boksen , boksen , Stilletjes wegnemen, afkapen. òfboksen. D(i)ee pîpe hei ebokst, hei mîn òfebokst. Verg. kitsen, ratsen, kaaien. Oost-Fr. buksen, heimlich wegnehmen.
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
boksen , bokse ,   ,   , tegen den wind in varen, met een afwisselend voorovergaande en weer opstijgende beweging van het schip: D’r teuge-n-in bokse; d’r deurheen bokse. Ook fig. gebruikt.
Bron: Overdiep, G.S. (1949), Woordenboek van de Volkstaal van Katwijk aan Zee, Antwerpen
boksen , buksen , [werkwoord] , 1 boksem. ‘t Buksenken = boksemtje.; 2 ‘t achterzeel van ‘t paardetuig, de brouk. || brouk , (Westerwolde)
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
boksen , bokse , boksen.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
boksen , bokse , werkwoord , Ook: opjagen, achter iemand aanzitten.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
boksen , bokse , boksde, haet geboks , boksen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
boksen , boksen , zwak werkwoord, onovergankelijk , 1. boksen Hie wol met mij boksen vechten (Anl) 2. hard werken Wij mussen er tegen boksen um klaor te kommen (Bor) 3. botsen (Zuidwest-Drenthe, zuid) Hij bokste tegen de boom an (Zdw)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
boksen , [een boer laten] , buksen , boeren, een boer laten.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
boksen , boksn , (veur mekaere boksn), in orde brengen. Dât heb iej gauw veur mekaere eboks!
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
boksen , bôkse , werkwoord , bôksde, gebôks , boksen , VB: De zuús waol aon z'n naos dat 'r vreuger gebôks hèt. Zw: Get iénèin bôkse: iets in elkaar flansen.; flansen (iets in elkaar flansen) get iénèin bôkse (bôksde, gebôks)
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
boksen , bökse , stoten
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
boksen , boeksen , schors van eikenhout kloppen.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
boksen , boksen , hard werken (Oldebroek, Wezep).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
boksen , boeksen , werkwoord , 1. bonzen; 2. hard werken, er flink tegenaan gaan.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
boksen , bókse , werkwoord , bóksj, bókszje, gebóksj , boksen
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
boksen , boekse , boeksde – geboeks , boksen
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal