elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: bellenbloem

bellenbloem , bellenbloeme , zelfstandig naamwoord , fuchsia.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
bellenbloem , belleblome , bellenbloeme, bellenblome, bellebloeme, bellefoks, , fuchsia.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
bellenbloem , [fuchsia] , bellebloom , vrouwelijk , fuchsia
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal