elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: bedding

bedding , bedding , zelfstandig naamwoord , de; rivierbedding
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
bedding , bettem , bedding, laagje takken onderin een hooiberg (Nunspeet).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
bedding , bèdding , zelfstandig naamwoord , WBD III.3.1:396 'bedding' = heerbaan (grote, brede weg); ook 'baan' genoemd
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal