Woord: apostelpaard
apostelpaard , apostelpeerden , meervoud
, in per apostelpeerden; te voet Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
apostelpaard , apostelpaerde , zelfstandig naamwoord
, [Lat, per pedes apostolorum] te voet, met de benen We gaon lôôpes, med apostelpaerde We gaan lopend, te voet Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
apostelpaard , apostelpeerde
, de apostelpeerde gebruken, te voet gaan (per pedes apostolorum) (O.-Veluwe). Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |