Woord: wichtig
wichtig , wichtig
, belangrijk ’k Héb ’n wichtige afspraok Ik heb een belangrijk afspraok Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
wichtig , wichtich
, wichtigger, wichtichste , belangrijk. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
wichtig , wichtig , bijvoeglijk naamwoord
, zwaar van gewicht Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
wichtig , wiechtig
, belangrijk Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |