elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: vierenveertig

vierenveertig , vierenveertig , telwoord , in de zegswijze op vierenveertig lègge, zodanig met je partner in bed liggen, dat de lichamen (met opgetrokken knieën) ineenvoegen en als het ware de vorm van twee vieren (dus het getal 44) hebben.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
vierenveertig , vierenveertig , pruimtabak (oorspr. een merknaam: 44).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
vierenveertig , veerenvertig , vierenveertig
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal