elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: vetlap

vetlap , vetlap , [zelfstandig naamwoord] , vetklep. Als iem. stellig verzekert: dat wik die beloven! dan luidt het antwoord van een twijfelaar: dat wik die besmeren, zee vetlap.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
vetlap , vetlappe , smeerkees.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
vetlap , vêtlap , zelfstandig naamwoord, mannelijk , vêtlep, vêtleppe , vêtlepke , vuilak , vêtlap; smeerpoes vêtlap
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
vetlap , [smeerpoets] , vètlap , mannelijk , onverzorgd iemand, viezerik
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
vetlap , vètlap , zelfstandig naamwoord , vètlep , vètlepke , viezerik, viespeuk ook poetje, vètkanes, vètpoetje, vèttig poetje, vètzak, voelik
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
vetlap , vètlap , vétlap , zelfstandig naamwoord, mannelijk , vètlep/vétlep , vètlepke/vétlepke , eerste vorm Nederweerts, Ospels; tweede vorm Weerts (stadweerts), Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern); viezerik
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
vetlap , vetlap , viespeuk; smeerpoes
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal