Woord: verwarming
verwarming , verwaarming , zelfstandig naamwoord
, de 1. verwarming: het verwarmen 2. verwarmingsinstallatie 3. radiator Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
verwarming , verwärming , verwärmink , zelfstandig naamwoord
, verwarming. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
verwarming , [verwarming] , verwörming , vrouwelijk
, verwarming , Wae höbbe verwörming gekrege. Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
verwarming , verwerming
, verwarming Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |