Woord: versuikeren
versuikeren , versokeren , versukeren , werkwoord
, 1. versuikeren 2. aan smaak verliezen door te lang verwarmd worden (van voedsel, koffie, thee) Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
versuikeren , versukeren , werkwoord
, versukeren, versukerd , versuikeren. Disse önnig is elemaole versukerd. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
versuikeren , versókkere
, versuikeren Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |