elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: verstuiken

verstuiken , verstoeken , [werkwoord] , verstuiken, verrekken. Nd. verstuuken.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
verstuiken  , verstoekke , verstuiken.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
verstuiken , verstůkken , verstuiken
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
verstuiken , verstoeken , [werkwoord] , verstuiken.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
verstuiken , verstoeke , verstoekte, verstoekt , verstuiken.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
verstuiken , versjtoeke , versjtoekde, haet of is versjtoek , verstuiken.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
verstuiken , verstoeken , verstoeken, verstoekt , verstuiken.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
verstuiken , verstoeken , verstuken , zwak werkwoord, overgankelijk , Ook verstuken (Zuidoost-Drents veengebied, Zuidwest-Drenthe, zuid) = verstuiken Hij hef de polse verstoekt (Dwi), Ik dee een misstap en heb mien enkel verstoekt (Gie), ...verstuukt (Bro)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
verstuiken , verstoeken , zie verzwikken
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
verstuiken , verstoekn , verstuiken.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
verstuiken , verstoeken , werkwoord , verstuiken
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
verstuiken , versjtoéke , werkwoord , versjtoékde, versjtoék , verstuiken , VB: Noé heb ich m'nne voot versjtoék en noé zit ich al viéf daog aon 't hoés.; verzwikken versjtoéke VB: Ze haw hëure voot versjtoék en noé kôs ze neet mêt mêt de perséssie.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
verstuiken , verstoeken , werkwoord , verstoeken, verstoekt , verstuiken. Ik ebbe mien enkel verstoekt.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
verstuiken , verstoeke , verstoektj, verstoekdje, verstoektj , verstuiken , Ich höb mienen inkel verstoektj.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
verstuiken , verstoeke , werkwoord , verstktj/verstoektj, verstoekdje, verstkdj/verstoekdj , verstuiken
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
verstuiken , verstoêke , werkwoord , verstoêktj, verstoêkdje, verstoêktj , verstuiken
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
verstuiken , verstèùke , verstukke , zwak werkwoord , verstèùke - verstökte - verstökt , Henk van Rijen - verstuiken; – ook in tegenwoordige tijd vocaalkrimping: hij verstökt; B - verstukke - verstukte - verstukt
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
verstuiken , verstoeke , verstuiken
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal