elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: verschrompelen

verschrompelen , verschrompeln , [werkwoord] , verschrompelen.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
verschrompelen , verschrompeln , zwak werkwoord, onovergankelijk , verschrompelen Aj appels wat lange bewaart, kunt ze verschrompeln (Rui), Wat is dai man ja verschrompeld (Vtm), De eeteerappels hebt veul te dreuge elegen; ze bint helemaole verschrompeld (Eli)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
verschrompelen , versjrómpel , versjrumpele , versjrómpeltj,versjrómpeldje, versjrómpeldj , verschrompelen , Daen aerpel is gans versjrómpeldj.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
verschrompelen , versjrumpele , werkwoord , versjrumpeltj, versjrumpeldje, versjrumpeldj , verschrompelen, krimpen, rimpelen
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
verschrompelen , verschrûmpele , verschrômpele, verschroompele , werkwoord , tweede vorm Nederweerts, Ospels; derde vorm Weerts (stadweerts), Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern); verschrompelen
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
verschrompelen , verschrumpele , verschrumpelde – verschrumpeld , verschrompelen
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal