elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: verouderen

verouderen , oldern , er oud en afgeleefd beginnen uit te zien, Gron. oldsen.
Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift
verouderen , verölderen , zwak werkwoord , verouderen
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
verouderen , veròldern , [werkwoord] , verouderen.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
verouderen , òlsken , [zelfstandig naamwoord] , òlsk wòrren. Hai òlst nòg niks.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
verouderen , verauere , verauerde, is verauert , verouderen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
verouderen , veraoldern , zwak werkwoord, onovergankelijk , 1. verouderen Mien buurman is stark verolderd (Nije) 2. (Zuidwest-Drenthe), in der niet an verolderd wezen er nog jong genoeg voor zijn (Zuidwest-Drenthe, Zuidoost-Drents zandgebied) De weduwman zal weer hertrouwen. Nou, hij is er nog niet an verolderd (Uff), Dat kan hij nog wel doen, hij is er nog niet an verolderd (Geb), maar ook Die vrouw is nog niet verolderd nog jong genoeg om een kind te krijgen (Zwin)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
verouderen , veroolderen , werkwoord , 1. merkbaar ouder worden 2. te oud voor iets worden of dat althans lijken 3. in onbruik raken
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
verouderen , verawwere , werkwoord , verawwerde, verawwerd , verouderen , VB: Wat dè ién e jaor tiéd ês verawwerd!
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
verouderen , [ouder worden] , veraojere , veraojertj, veraojerdje, veraojerdj , verouderen , Zie is op korte tied erg veraojerdj.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
verouderen , veraojere , werkwoord , veraojertj, veraojerdje, veraojerdj , verouderen
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
verouderen , veraawere , zwak werkwoord , verouderen; Kernkamp - Bezorging Dialectenquête 1879 - veraauwere; A.P. de Bont - Dialekt van Kempenland - 1958 e.v. - bijvoeglijk naamwoord  - verouderd
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
verouderen , veraldere , verouderen
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal