elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: vermeubelen

vermeubelen , vermuibele , vermuibelde, haet of is vermuibelt , bolwerken; afrossen; opmaken.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
vermeubelen , vermuübele , werkwoord , vermuübelde, vermuübeld , eten , (bijzonder veel eten) 'm 'nne vermuübele; 'm 'nne vermuübele drinken (overmatig drinken) 'm 'nne vermuübele; 'm 'nne vermuübele werken (zeer hard werken) 'm 'nne vermuübele; eng vermuübele oplawaai (iemand een oplawaai geven) eng vermuübele
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
vermeubelen , [kapot maken] , vermuibele , vermuuebele , vermuibeltj, vermuibeldje, vermuibeltj , kapot maken , Dae stool höbbe ze duchtig vermuibeldj.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
vermeubelen , vermuibele , werkwoord , vermuibeltj, vermuibeldje, vemuibeldj)
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
vermeubelen , vermuibele , vermuibelde – vermuibeld , vernielen
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal