Woord: verdoven
verdoven , verdouve
, verdoufde, haet of is verdouf , verdoven. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
verdoven , verdoven , zwak werkwoord, overgankelijk
, verdoven Veur as de tandarts de koeze trekt, giet ie hum eerst verdoven (Eli), Hij kreeg een dreun, hie was hielmaole verdoofd (Geb), (zelfst.) De kaok was hum stief van het verdoven (Gas) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
verdoven , verdôôve , werkwoord
, verdôôf, verdôôfde, verdôôfd , verdoven Den dokter trok vroeger kieze zonder te verdôôve Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
verdoven , verdoûve , werkwoord
, verdoûfde, verdoûf , verdoven , VB: Dokter, verdoûf mich dèn taand ezzebleef vuur dat 'r 'm trêk. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
verdoven , verdauve , werkwoord
, verdauftj, verdaufdje, verdaufdj , verdoven Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
verdoven , verdouve , werkwoord
, verdoven Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
verdoven , verdôove , zwak werkwoord
, verdôove - verdôofde - verdôofd , verdoven; geen vocaalkrimping Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |
verdoven , verdouve
, verdouvde – verdouvd , verdoven Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |