elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: verdelen

verdelen , verdelen , zwak werkwoord , Zie de wdbb. – Dat zal hem (zich) wel verdelen, die zaak zal wel weer terecht komen, het zal wel loslopen. || Het heb zich toch weer verdeeld.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
verdelen , verdêle , werkwoord , in de zegswijze dat zel z’n oigen wel verdêle, dat zal wel loslopen, dat lost zichzelf wel op.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
verdelen , verdeile , verdeilde, haet of is verdeilt , verdelen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
verdelen , verdielen , zwak werkwoord, overgankelijk , verdelen Jonges, hier hej het. Nou muj het zölf maor onder oe verdielen (Hgv), De helfte van het land weurd verdeild, man dat verdeilen is nich eerlijk tougaon (Bco), De mienings waren verdield (Sle), Wij hebt alles verdeeld de boedel gescheiden (And)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
verdelen , verdaole , verdelen , Dé bitje kun'de nie verdaole, ik zal'ler nog 'n kwékske bè doen, dan gee'get wél. Dat beetje kun je niet verdelen, ik zal er nog een beetje bij doen, dan gaat het wel.
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
verdelen , verdielen , verdelen , werkwoord , verdelen
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
verdelen , verdêêle , werkwoord , verdêêl, verdêêlde, verdêêld , verdelen
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
verdelen , verdejle , werkwoord , verdejlde, verdejld , verdelen , VB: Vuur 'r sjtorf haw 'r aal wat 'r haw oonder z'n keender verdejld. Zw: Zich get verdejle: samen delen.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
verdelen , verdèèle , verdelen
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
verdelen , [verdelen] , verdeile , verdelen
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
verdelen , verdaele , verdeîle , werkwoord , verdelen
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
verdelen , verdeele , zwak werkwoord , verdeele - verdilde - verdild , verdelen; - ook in tegenwoordige tijd vocaalkrimping: gij/hij verdilt
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
verdelen , verdeile , verdelde – verdeld , verdelen
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal