Woord: vensterbank
vensterbank , vìnsterbaank , [zelfstandig naamwoord]
, ook: 't vensterbaank (Hogeland en Westerkwartier) =vensterbank. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
vensterbank , fensterbaank , zelfstandig naamwoord onzijdig
, zie: vìnsterbaank. , (Hogeland, Westerkwartier) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
vensterbank , vensterbank , zelfstandig naamwoord onzijdig
, ook: fensterbank (Hogeland, Westerkwartier) =de vìnsterbaank. , (Hogeland) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
vensterbank , vèènsterbanke
, vensterbank. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
vensterbank , vensterbank , 0
, vensterbank Leg niet alles in de vensterbaanke, zee mien moe, het is gien uutstalkaste (Nam), In de veinsterbaanke stund een mooie kaemerlinde (Dwi), De vèensterbaanken zit vol mieghummels (Koe) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
vensterbank , vèènsterbanke
, vensterbank. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
vensterbank , [deel van raam] , veinsterbaank
, vensterbank Bron: Gast, C. de (2011), ’t Boekske van de Aolburgse taol, Wijk en Aalburg: Stichting behoud Aalburgs dialect. |
vensterbank , vinsterbank , vrouwelijk
, vensterbank Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
vensterbank , vînsterbânk , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, vînsterbênk , vÎnsterbênkske , vensterbank Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
vensterbank , vinsterbank
, vinsterbenk , vinsterbenkske , vensterbank Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |