elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: veertien

veertien , vierthien , [telwoord] , veertien. H.iii.71. Vier-thienste, de veertiende. O.i.113.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
veertien  , viërtiën , veertien.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
veertien , faertien ,  vaertien ,   , veertien.
Bron: Overdiep, G.S. (1949), Woordenboek van de Volkstaal van Katwijk aan Zee, Antwerpen
veertien , vattien , [telwoord] , ook: virtien (Westerkwartier) =14. Veur vattien doagen = 14 dagen geleden. || fatteg
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
veertien , virtien , vittien , [telwoord] , veertien || vattien , (Westerkwartier)
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
veertien , veerteene , telwoord , 14. Veertn daage, 14 dagen
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
veertien , vértien , veertien.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
veertien , vattien , veertien
Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman
veertien , veerteen , veertien.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
veertien , veertien , virtien , telwoord , Met verkorting ook virtien = veertien Dat rad hef vèertien spieken. Hoeveule? Vèertiene (Zdw), Dat wee’k wal al virtien dagen (Exl)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
veertien , virtien , veertien.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
veertien , veertiene , veertien
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
veertien , veertiene , veertien.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
veertien , viertien , telwoord , veertien
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
veertien , veertiene , telwoord , veertien.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
veertien , virtiejn , veertien
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
veertien , vieërtieën , veertien
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
veertien , viërtiën , veertien
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
veertien , vieërtieën , telwoord , veertien
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
veertien , virtien , telwoord , "veertien; Oover virtien daog ist kèrmes; Cees Robben - virtien daog hèrs (= geleden); Van Delft - ""Hij geeft er veertien in een dozijn"", hoorde ik van iemand zeggen, die graag en veel praat. (De Engelschen hebben daarvoor een soortgelijke teekenachtige uitdrukking: ""Hij praat zestien woorden in het dozijn."") (Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 117; 5 juni 1929); B virtien"
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
veertien , vertieën , veertien
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal