Woord: uitwisselen
uitwisselen , uutwisselen , werkwoord
, uitwisselen: wederzijds ruilen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
uitwisselen , oe~twissele
, wisselde oe~t – oe~tgewisseld , uitwisselen Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |