elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: tot

tot , toe , tot, in de beteekenis van ’t Fr. jusque. , Ik zal toe Eersel meêgaan. Minder zegt men het in de beduiding van bijv. Toe Eindhoven is feest.
Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk.
tot  , toet , tot
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
tot , tou dis tied , [voorzetsel] , ook: tou aan diswied tou (Oldambt, Westerwolde, Veenkoloniën); tou diswied tou (Oldambt, Westerwolde, Veenkoloniën); tou aan diswied (Oldambt, Westerwolde, Veenkoloniën); tou diswied (Oldambt, Westerwolde, Veenkoloniën); tou duswied =tot dusver. Tou diswied hêvve ons red.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
tot , tòt , voorzetsel , Tòt Zoaterdag. Tòt hier aan tou. Hai is tòt lid van de Koamer kozen; dan ook tou en as
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
tot , tòt ... tou , tot aan. Kat luip mie noa tòt aan hoes tou. Ze wazzen der ammoal veur, tòt hai tou = zelfs bij.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
tot , totte , voorzetsel , Verzwaarde vorm van ‘tot’ vóór een meervoudig onderwerp. | We gane deur totte we d’r bai neervalle.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
tot , tot , tut , voorzetsel, voegwoord , Ook tut (Zuidwest-Drenthe, zuid) = tot Hij hef het tot groes houwd (Nsch), Hij kan nog niet tot tiene tellen (Klv), Het water stun oes tot an de achterdeur (Wee), Hij is tot de jonkheid oet wordt volwassen (Sle), Hij kwam mij nao tut an de zieddeure (Eli), Hoe lang hej wark? Tot (hen) an de middag (Sle), (voegw.) IJ moet wachten tot ik je roep (Oos)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
tot , tut , tot
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
tot , tuuw , tot , De kèrmus is van zaoterdags smiddegs tuuw déstag saoves èn dé's lang zat. De kermis is van zaterdags 's middags tot dinsdags 's avonds en dat is lang genoeg. Dé is dan nog toew daor ôn toew. Dat is dan nog tot daar aan toe. Dat kan er dan nog mee door.
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
tot , tot , onderschikkend voegwoord , totdat
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
tot , tot , voorzetsel , 1. tot 2. ter aanduiding van een bepaalde maat, hoeveelheid 3. naar, gericht tot 4. uit, bijv. Ik flutte gauw tot de jurk uut 5. met als doel, bestemd als 6. aanleiding gevend, i.v.m., bijv. tot mien verbaozing 7. bij, onder, bijv. Ze rekenen him tot de besten 9. naar binnen, bijv. tot de veurdeure in
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
tot , töt , voorzetsel, voegwoord , tot.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
tot , tót , toew , tot , Tót dan! Tot dan!, Toew lést wâr ie bèij kénnis. Tot zijn dood was hij bij bewustzijn.
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
tot , toes , tot, zie ook toet , Vóór se kan de t een s worden: toes. Toes se klaor bès.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
tot , toet , (toe\t) , tot, zie ook toes , Van hie toet dao.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
tot , toet , tot; toet zich kómme – op verhaal komen ook zich bekómme, biekómme; toet weer ins get is – tot een volgende keer
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
tot , toet , tot
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal