elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: tentoonstelling

tentoonstelling  , tendoeënstelling , tentoonstelling.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
tentoonstelling , toonstelling , tentoonstelling , 0 , toonstellings , (Zuidoost-Drents zandgebied, Midden-Drenthe). Ook tentoonstelling (Zuid-Drenthe, Noord-Drenthe) = tentoonstelling Een hiel poos veur de (ten)toonstelling begunt ze al te versieren (Oos), Oeze peerde bint te vet; wij laot ze nou een beetien hongern tegen de toonstelling (Exl)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
tentoonstelling , tentoensjtelling , zelfstandig naamwoord, mannelijk , tentoensjtellinge , tentoensjtellingske , tentoonstelling , VB: Ién 1969 ês bié 't 350-jaorig besjtoën van de sjöttery 'nne groete tentoensjtelling ién de Landboûwsjaol gewès.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
tentoonstelling , tenteunstelling , zelfstandig naamwoord , tentoonstelling.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
tentoonstelling , tentoeënstélling , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , tentoeënstéllinge , tentoonstelling
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
tentoonstelling , tentoeënstelling , tentoonstelling
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal