elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: straatsteen

straatsteen , streitstiene , zelfstandig naamwoord, meervoud , Straatstenen, in de zegswijze ze an de streitstiene niet kwoit kenne, gezegd van produkten waarvoor geen enkele koper of liefhebber te vinden is. – Jij doene niks as streitstiene sloipe en zon kruie, jij voert niets uit, jij leidt maar een gemakkelijk en zorgeloos leventje. ‘Straatstenen slijpen’ moet men hier opvatten als: het slijpen of afslijten van de straatstenen door het slenteren.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
straatsteen , stroatstien , straatsteen.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
straatsteen , straotstien , 0 , straatsteen, klinker Hij kreeg een straotstien deur de roeten (Zwe), (fig.) Hie kun het an de straotstienen niet kwiet aan niemand (Bui)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
straatsteen , straotstiin , straatstenen , Urst kós’te ne staone pot ôn de straotstiin nie kwiit én nouw zén ze wir géld wérd. Vroeger kon je een Keulse pot aan de straatstenen niet kwijt en nu zijn ze weer geld waard.
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
straatsteen , straotstien , zelfstandig naamwoord , de; straatklinker
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
straatsteen , straotstien , zelfstandig naamwoord , straatsteen.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
straatsteen , straotsteîn , zelfstandig naamwoord, mannelijk , straotstein , straotsteinke , straatsteen
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
straatsteen , straotstêene , zelfstandig naamwoord, meervoud , De Wijs – ik hè mir kèkkers dan kôôpers, ik kan’t aon de straotsteene nog nie kwèt (17-08-1964)
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
straatsteen , straotstein , straatsteen
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal