elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: soepgroen

soepgroen , soppegruin , onzijdig , soepgroente.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
soepgroen , soppegreun , zelfstandig naamwoord, onzijdig , - , - , soepgroente , VB: Sêldery, poer, kélver, serel, allemaol soppegreun.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
soepgroen , soepegreun , soepgroen
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal