Woord: sluitspeld
sluitspeld , sluutspèl , vrouwelijk
, sluutspèlle , sluitspeld(en). Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
sluitspeld , sluutspelde , sluutspèle
, veiligheidsspeld. Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst. |
sluitspeld , sluutspèle
, veiligheidsspeld. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
sluitspeld , sluutspèle , 0
, Var. als bij sluten = veiligheidsspeld, luierspeld Zij prikte het kind mit een sloetspèle (Bov), z. ook verzekeringsspèelde Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
sluitspeld , sluitspel
, veiligheidsspeld. gif ‘s efkes ‘n sluitspel, want m’n boks zakt af, geef eens eventjes een veiligheidsspeld, want mijn broek zakt af. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
sluitspeld , slùtspèl , zelfstandig naamwoord
, veiligheids-speld, sluitspeld met beschermdopje voor de punt. Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur. |
sluitspeld , sluutspelde , zelfstandig naamwoord
, de; sluitspeld Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
sluitspeld , slùìjtspèl
, veiligheidsspeld Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
sluitspeld , slötspel
, veiligheidspeld. Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier. |
sluitspeld , sluutspelde , zelfstandig naamwoord
, veiligheidsspeld. Zie ook: veiligeidsspelde. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
sluitspeld , sluutspelde
, veilgheidsspeld. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |
sluitspeld , sloitspèèl , zelfstandig naamwoord
, veiligheidsspeld (Helmond en Peelland) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
sluitspeld , slötspèl , zelfstandig naamwoord
, veiligheidsspeld; WBD III.2.2:30 'sluitspeld' = idem; ook 'veiligheidsspeld'; Jan Naaijkens - Dè's Biks – slötspèld zelfstandig naamwoord - veiligheidsspeld Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |
sluitspeld , sloe~tspeld
, veiligheidsspeld Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |