elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: rozijn

rozijn , rozynen , Razynen.
Bron: J.A.V.H. (18e eeuw), Haagsch Nederduitsch woorden-boekje. Den Haag: Johannes Mensert. Uitgegeven in: Kloeke, G.G. (1938), ‘Haagsche Volkstaal uit de Achttiende eeuw’, in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 57, 15-56.
rozijn , razijn , rozijn.
Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk.
rozijn , rezienen , razienen , rozijnen. Zegswijs: men ken hōm mit ’n rezien hals oetsnieden = hij is een groote sul. Kil. rasijn, rosijn, (Lat. racemus, Germ. rosain, Gal. raisin, Ital. racemo, Hisp. razimo, Ang. rosijn, raisin.)
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
rozijn , garzijn , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , Ook wel gǝrzijn. Bijna verouderde bijvorm van rozijn. – Ook als geslachtsnaam GARSIJN. || Garzijnen uitzoeken. Mag ik ’en garzijntje? – Evenzo elders in N.-Holl. (Taalgids 1, 110). De vorm komt ook voor bij de 17de-eeuwse Hollanders; zie OUDEMANS. Wdb. op Hooft 96. – Vgl. ook grijn.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
rozijn , grijn , (grain of groin) , zelfstandig naamwoord, mannelijk , Rozijn. || Haal ers ’en half pondje grijnen. We eten vanmiddag gort mit grijnen. – Overdr. ook voor een soort van zweer in het gezicht, vooral aan de mond; in de algemene taal rozijn genaamd. || Wat staat dat smerig as ’en kind grijnen het. Je krijge ’en grijn an je mond. – Vandaar grijnetoet; zie aldaar. – Vgl. garzijn.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
rozijn , rozijn , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , vgl. garzijn.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
rozijn  , rezien , rozijn.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
rozijn , reziine , vrouwelijk , reziinen , rozijn
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
rozijn , rezien , [zelfstandig naamwoord] , rozijn. Men kin hom mit n rezien haals wel oetsnieden = hij is een sul.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
rozijn , sienebonen , [zelfstandig naamwoord] , rozijnen. , kindertaal
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
rozijn , reziene , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , rezienn , rezientjen , rozijn
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
rozijn , rezien , vrouwelijk , reziene , rezientje(s) , rozijn(en), rozijntje(s).
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
rozijn , gerzoin , zelfstandig naamwoord , Dialectische variant van rozijn.
Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer
rozijn , rezien , vrouwelijk , reziene, , rezinke , rozijn.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
rozijn , rezienen , rezienties , rozijnen.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
rozijn , rozien , rezien , 0 , rozienen , Ook rezien = rozijn Lus ie wel rezienen, ...rozienen op braandewien? (Dwi), In die stoet zit hier en daor een rezien (Bal), Dikke ries met rezienen (Pdh), In proemenkreuze heurt rezienen (Zdw)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
rozijn , reziene , rozijn
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
rozijn , rezienn , rozijnen.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
rozijn , reziene , roeziene, roziene , zelfstandig naamwoord , de; rozijn, gedroogde druif
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
rozijn , rezijn , zelfstandig naamwoord , rezijne , rezijntjie , rozijn
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
rozijn , rezyn , zelfstandig naamwoord, mannelijk , reziéne , - , rozijn , VB: V'r hebben 'nne kuüningskook gegoüwe meh v'r hebben 'nne fits debié krège vuur de reziéne nao te goën.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
rozijn , rezèèn , rozijn.
Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier.
rozijn , rezentje , rozijntje.
Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier.
rozijn , reziene , zelfstandig naamwoord , rozijn.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
rozijn , gezing , rozijn (W.-Veluwe).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
rozijn , rezien , vrouwelijk , reziene , rezienke , rozijn
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
rozijn , rezien , zelfstandig naamwoord , reziene , rezienke , rozijn
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
rozijn , rezien , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , reziêne , rezienke , rozijn
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
rozijn , rezèèn , zelfstandig naamwoord , rezèntje , rozijn
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
rozijn , rezie~n , rezie~ne , rezienke , rozijn
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal