Woord: rookvlees
rookvlees , rookvlijs
, zie: noagelholt. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
rookvlees , rookvlijs
, zie noagelholt * (bl. 545.) Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
rookvlees , röukvläis , röökvläis , onzijdig
, rookvlees Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
rookvlees , rookvlaais , klem voor , zelfstandig naamwoord onzijdig
, rookvlees. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
rookvlees , reukvleis , onzijdig
, rookvlees. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
rookvlees , ruikvleisj , onzijdig
, rookvlees. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
rookvlees , reukvleis
, rookvlees. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
rookvlees , rookvleis , zelfstandig naamwoord
, et; rookvlees Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
rookvlees , rôôkvlaais , zelfstandig naamwoord
, rookvlees Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
rookvlees , [vleeswaar] , ruuwek vles
, rookvlees Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
rookvlees , rookvleis , zelfstandig naamwoord
, rookvlees. Zie ook: nagelolt. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
rookvlees , ruikvleis , onzijdig
, rookvlees Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
rookvlees , ruikvleîs , ruikvleis
, rookvlees Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
rookvlees , ruîkvleîs , zelfstandig naamwoord, onzijdig
, rookvlees Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
rookvlees , ruikvleis
, rookvlees Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |