elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: rijst

rijst , ries , rijst; dikke ries = rijst in melk of water gekookt, gekookte rijst, ter onderscheiding van riezenbrei = rijstepap, rijstebrij; wie kregen dikke ries noa. Oostfriesch rîsebrêi; ries mit rezienen = rijst met rozijnen gekookt, Oostfriesch rîs mit rosinen. Zuid-Limburgsch ries, Oostfriesch rîs, Hoogduitsch Reis, Middel-Hoogduitsch rîs, reis, Nederduitsch, Middel-Nederduitsch rîs, Deensch riis, Latijn oryza.
de tweekorrelige tarwe of Emes Triticum dicoccum overeenkomende met de spelt, en moet als gerst of rijst voor het gebruik gepeld worden; v. Hall Neerl. Plantensch. bl. 242.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
rijst  , ries , rijst.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
rijst , ries , mannelijk , rijst
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
rijst , riezen , [bijvoeglijk naamwoord] , van rijst. Riezen brij. De riezenbrijbloum, a) doezendblad; b) de scheefkelk, arabis alpina.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
rijst , ries , zelfstandig naamwoord , rijst
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
rijst , ries , rijst
Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman
rijst , ries , mannelijk , rijst.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
rijst , ries , riest , 0 , (Zuid-Drenthe, Midden-Drenthe, Kop van Drenthe). Ook riest (Zuidwest-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drents veengebied) = rijst Dikke riest mit spekvet is mien kost, mien vrouw holdt meer van dikke riest mit kaneel en broene suker (Bco), Dikke ries mit krenten smak lekker (Die), Dikke ries met rezienen (Pdh), Wai kriegen dikke ries met botter en sukker (Row), Het is zo dreuge as ries (Dwi)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
rijst , riest , rijst
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
rijst , ries , rijst.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
rijst , ries , zelfstandig naamwoord , de; rijst, rijstkorrels (vooral als gerecht)
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
rijst , riés , zelfstandig naamwoord, mannelijk , - , - , rijst , VB: Goej 'n hémfelke riés ién de sop, ze ês get dön.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
rijst , rèèst , rijst.
Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier.
rijst , riest , zelfstandig naamwoord , rijst.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
rijst , riest , wilde riest, perzikkruid (polygonum persicaria) (Ermelo).
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
rijst , ries , riest , mannelijk , rijst
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
rijst , rst , riest , rijst
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
rijst , riês , riêst , zelfstandig naamwoord, mannelijk , rijst
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
rijst , rèèst , zelfstandig naamwoord , rijst; Cees Robben - Prent van de Week - rèèstepap meej sèùker:; WBD III.2.3:137 'rijstepap', 'rijstpap' ,'rijstebrij', 'stijve rijst' = rijstebrij; WBD III.2.3:221 'rijstvlaai', 'rijstevlaai' = idem
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
rijst , rie~s , rijst
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal