Woord: reputatie
reputatie , repetaase , vrouwelijk
, repetaases , reputatie. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
reputatie , rippetaosie , zelfstandig naamwoord
, de; goede naam, reputatie Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
reputatie , rippetäosie , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk
, rippetäosies , - , reputatie , VB: Dè joûng oe dat mèitske mêt gèit hèt neet zoe 'n gooj rippetäosie. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
reputatie , rippetasie
, reputatie Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |