elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: rabarber

rabarber , rebaarber , robaarber , [zelfstandig naamwoord] , ook: roodbaarber (Hogeland) =rabarber.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
rabarber , robaarber , roodbaarder , [zelfstandig naamwoord] , Zai keek lelk, krekt òf ze robaarber eten haar (Jan Bos). || rebaarber; robabel; roodbaarber
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
rabarber , rebarreber , mannelijk , rabarber.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
rabarber , raabarber , mannelijk , rabarber, Rheum undulatum.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
rabarber , rabarbel , zelfstandig naamwoord , rabarber.
Bron: Naaijkens, J. (1992), Dè’s Biks – Verklarende Dialectwoordenlijst, Hilvarenbeek
rabarber , rebärber , rabarber.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
rabarber , rebarber , rebaarber, rabarber, robarber, roebarber , 0 , (Zuid-Drenthe, Midden-Drenthe). Ook rebaarber (Noord-Drenthe), rabarber, robarber (Kop van Drenthe), roebarber (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, zuid) = rabarber De rebarber begunt al uut te lopen (Hgv), Wij hebt mooie roebarber (Flu), Rabarber is zoer en dat lust mij niet (Man), Het allerbeste is huusiesgoed onder de rebarber (Dwi), Wilde rebarber is ridderzuring (Bor)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
rabarber , rebarber , rabarber , zelfstandig naamwoord , de; rabarber
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
rabarber , reberber , zelfstandig naamwoord, mannelijk , - , - , rabarber , VB: Es te neet genôg sôkker ién de reberber dèis krys te sjlie tan.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
rabarber , rebarber , mannelijk , rabarber , Rebarberflaaj mèt gruuemelkes.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
rabarber , rebarber , rabarber
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
rabarber , rebârber , zelfstandig naamwoord, mannelijk , rabarber
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
rabarber , rebarber , rabarber
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal